Geplaatst op

Ontwikkelkader Verblijfrecreatie Fase 2

Woensdag 11 september jl. is in een extra commissievergadering van de gemeenteraad Veere het Ontwikkelkader Verblijfrecreatie Fase 2 besproken. De inbreng van onze fractie in de genoemde commissievergadering delen we graag op onze website. Onze inbreng is door sommige journalisten en lezers van de PZC  niet helemaal juist geïnterpreteerd. Daarom geven we met dit bericht wat extra toelichting hierover.

Ons discussiepunt:

Misschien eerst nog maar eens benadrukken waarom we deze discussie over groei en/of beperking van Verblijfsrecreatie nu hebben en waarom wij als PvdA/GroenLinks vinden dat we niet meer moeten groeien: Het gaat om de leefbaarheid in onze gemeente. Overlast vooral van verkeer. Deze overlast is nu al niet houdbaar. Dure ingewikkelde maatregelen die nog jaren zullen duren zijn nodig. Dus: begin met stoppen met groeien, met het probleem groter maken. Dan luister je naar inwoners, dan neem je inwoners serieus.

 Wij zijn van mening dat de “grip” en de “beperking” van de groei, zoals uitgewerkt in de nota, ten opzichte van wat er volgens de bestaande beleidsregels is toegestaan tegenvalt.

Afgezien van het schrappen van het Domburg zomerhuis is er behoorlijk wat uitbreiding mogelijk volgens het voorliggende ontwikkelkader. Er mag volgens mijn fractie door het Ontwikkelkader verblijfsrecreatie voor bepaalde verblijfstypen meer dan nu op grond van regels en beleid mogelijk is.

Neem bijvoorbeeld de mini-campings. Zij kunnen conform het ontwikkelkader groeien van 25 naar 29 eenheden. Of het aanpassen van de definitie “Horeca”. Dit terwijl eerder de definitie juist is aangescherpt om de mogelijkheid voor appartementen binnen de Horeca-bestemming te beperken.

Onze zorgen/aandachtspunten:

  1. De framing/aanname in het voorliggende ontwikkelkader is: beperking van groei.
    “Grip op groei” geloven we wel maar is het ook echt een beperking van die groei. Dat is namelijk waar mijn fractie voor staat. 15% in z’n algemeenheid biedt wat ons betreft te veel groeimogelijkheden. Zie bijvoorbeeld het bestaande “bestemmingsplan Kampeerterreinen” nu 10% groei, straks 15% groei. Ook voor bedrijven die al gebruik hebben gemaakt van de 10%. Net als onder meer ZMF en Stadsraad Domburg in hun zienswijze stellen is het vreemd dat niet eerst alle bestaande mogelijkheden tot groei in kaart zijn gebracht en het ontbreken van een beeld van de potentiële ruimte aan bedden-groei in pijplijnprojecten en huidige bestemmingen.
  2. Met het voorliggende beleid zit de beperking vooral bij de kleine bedrijven en particulieren en niet bij de grote bedrijven. En kleinschalige ontwikkelingen (nieuwvestiging) door bijvoorbeeld onze jongeren zetten we buiten spel. Ik kom daarbij aandachtspunt 7 nog op terug.
  3. Het automatisme van “groei om te verduurzamen” is een hele vreemde. Heel Nederland moet verduurzamen. De kosten daarvan zijn in zo goed als alle gevallen voor de verduurzamer zelf. Het in het ontwikkelkader opgenomen mechanisme is eigenlijk een vorm van door de overheid gefinancierde verduurzaming. De verduurzaming wordt betaald door capaciteit (en dus winst/inkomen) uitbreiding en gaat ten koste van de omgeving etc.
  4. In de PZC staat dat de wethouder heeft gezegd: geen groei – of 15%. Heeft de wethouder dat ook zo bedoeld? Met andere woorden is het alles of niets? Waarom zou je een nuancering van groei van tussen 0% en 15% weg laten? Als de ondernemer straks aan de “verduurzamingscriteria” voldoet is dus de groeipotentie altijd 15%, terwijl het best zo zou kunnen zijn dat gezien de omgeving waar de capaciteitsuitbreiding gaat plaatsvinden of gerelateerd aan het soort onderneming, een kleiner % voor de hand ligt of noodzakelijk is.
  5. Zwaar op de maag ligt bij mijn fractie het afschaffen van de Domburgse zomerwoning. Deze regeling is destijds ingesteld om vanuit de redenering “naast de lasten ook de lusten” van het toerisme in Veere, bij de inwoners meer draagvlak voor toerisme te verkrijgen. Hoewel wij vinden dat het uit de hand is gelopen, geloven wij nog wel in het basisprincipe “graantje meepikken” om draagvlak voor toerisme te behouden. Wat krijgt de inwoner (van wie de mogelijkheid Domburgs zomerhuis wordt afgepakt) in het kader van de voorliggende regeling/visie er voor terug?Hoe profiteren zij mede van de (beperkte) groei? Als daar geen concreet beeld of antwoord op is, wat zegt dat dan over de groei percentages van de andere in de notitie genoemde branches? In antwoord op vraag 6 van de SGP over het afschaffen van de Domburgs zomerhuis geeft het college als onderbouwing: “ impact op fysieke en sociale leefomgeving en scheefgroei verblijfsmogelijkheden particulier en bedrijven”. Wat ons betreft zijn dit non-argumenten. Het eerste argument geldt voor alle groei van verblijfsrecreatie. Het tweede argument is niet onderbouwd (hoezo? wanneer scheef?). Dat de (grote) bedrijven dit argument hanteren van uit concurrentie overwegingen kan ik nog begrijpen, maar moet dit dan ook gemeentebeleid worden? Luisteren we alleen naar grote bedrijven?Naar onze mening is een van de grootste bronnen van overlast de recreatieve verhuur van tweede woningen. Geen toezicht door eigenaar/bewoner van het pand namelijk. Strenge en voor de inwoners zichtbare/controleerbare handhaving is misschien nog wel veel belangrijker en effectiever dan het rigoureus schrappen van het Domburg zomerhuis.
  6. Met betrekking tot nieuwvestiging is in het voorliggende concept ontwikkelkader de bepaling opgenomen dat dit mogelijk is als een cultuurhistorisch waardevol pand toekomstbestendig wordt gemaakt. Heeft u zich de effecten gerealiseerd?
    We hebben 350 monumenten, iets van 140 beeldbepalende gebouwen en een beschermd stadsgezicht. Dit zet de deur wel heel erg open voor nieuwe vestiging. Niet doen op deze manier wat ons betreft.
  1. Al worstelend door het document vroegen wij ons overigens af wat er nu terecht gekomen is van het onderdeel inspelen op kansen dat in Fase 1 is opgenomen? Ik zal voor de duidelijkheid een relevante deel hier citeren:

Inspelen op kansen is richten op:
Lokaal ondernemerschap, waarbij de markt gekenmerkt wordt door familiebedrijven met een eigen identiteit en passie voor de omgeving, krijgen ruimte om te ondernemen en in te spelen op een dynamische markt.

Juist het MKB en familiebedrijven zijn belangrijk voor de lokale economie. Lokaal bewustzijn zorgt voor een zelfbewuste en onderscheidende uitstraling.

Samengevat:

Het blijft toch bijzonder dat nauwelijks inzicht wordt geboden in de huidige groei-potentie van de verschillende sectoren. Dan kunnen de effecten van dit nieuwe beleid toch niet worden bepaald?
Grote bedrijven worden met dit kader voorgetrokken.
Nieuwkomers en particulieren die ook wat willen hebben met dit kader het nakijken.
Groei als tegemoetkoming voor verduurzaming is onzin. Is voor verder niemand beschikbaar.
Uiteindelijk verwachten we dat dit Ontwikkelkader meer groei oplevert dan het huidige beleid. Voor de leefbaarheid zeer ongewenst.

Standpunt:
Gezien mijn zojuist aangegeven zorgen en aandachtspunten, kan mijn fractie vooralsnog niet instemmen met de vaststelling van het ontwikkelkader. Amenderen van het stuk heeft volgens mijn fractie (mede omdat het college nadrukkelijk heeft uitgesproken dat aanpassing van onderdelen de balans van het Ontwikkelkader zou verstoren) geen enkele zin. Het document is wat ons betreft dan ook niet rijp voor behandeling in de raad en moet terug naar de tekentafel.

Reactie naar aanleiding van publicatie in de pers op 12092024 over onze inbreng, waar de indruk zou kunnen worden gewekt dat wij de groei van de Zomerwoning niet willen beperken:

Wij als PvdA/GroenLinks zijn niet expliciet vóór of tegen het handhaven van de Zomerwoning, maar vinden wel dat áls deze mogelijkheid voor nieuwe aanvragen wordt afgeschaft, er wel een vorm van compensatie voor de inwoners van Veere moet komen. Het idee achter het toestaan van de Zomerwoning is immers dat de inwoners meeprofiteren van het toerisme. Als ter beperking van de groei van het toerisme alleen de Zomerwoning wordt afgeschaft, ontstaat er een complete verstoring van het evenwicht van de partijen die profiteren van het toerisme.

Reactie op mail van lezer naar aanleiding van de publicatie in de pers:

Het citaat dat in de krant is opgenomen is maar een fractie van hetgeen ik heb ingebracht in de commissievergadering. Graag licht ik een en ander toe.

In de bedoelde vergadering heb ik in mijn inleiding gesteld dat wij als PvdA/GroenLinks vinden dat we niet meer moeten groeien: Het gaat om de leefbaarheid in onze gemeente. Overlast vooral van verkeer. Deze overlast is nu al niet houdbaar. Dure ingewikkelde maatregelen die nog jaren zullen duren zijn nodig. Dus: begin met stoppen met groeien, met het probleem groter maken. Dan luister je naar inwoners, dan neem je inwoners serieus. Verder heb ik in mijn inleiding ingebracht dat afgezien van het schrappen van het Domburg zomerhuis er behoorlijk wat uitbreiding mogelijk is volgens het voorliggende ontwikkelkader. Er mag volgens ons door het Ontwikkelkader verblijfsrecreatie voor bepaalde verblijfstypen meer dan nu op grond van regels en beleid mogelijk is.

Over het onderdeel over de Domburgse zomerwoning zelf heb ik aangegeven dat deze regeling destijds is ingesteld om vanuit de redenering “naast de lasten ook de lusten” van het toerisme in Veere, bij de inwoners meer draagvlak voor toerisme te verkrijgen. Hoewel wij vinden dat het uit de hand is gelopen, geloven wij nog wel in het basisprincipe “graantje meepikken” om draagvlak voor toerisme te behouden.

Wij vroegen ons dan ook af wat de inwoner (van wie de mogelijkheid Domburgs zomerhuis wordt afgepakt) in het kader van de voorliggende regeling/visie ervoor terugkrijgt?

Hoe profiteren zij mede van de in het ontwikkelkader voorgestelde (beperkte) groei? Als daar geen concreet beeld of antwoord op is, wat zegt dat dan over de groeipercentages (15%) van de andere in de notitie genoemde branches?

Hiermee heb ik dus niet aangegeven dat er zomerwoningen bij mogen komen. Ik heb alleen aangegeven dat er met het verbieden van zomerwoningen een methode om draagvlak onder de inwoners te creëren voor de inwoners weg valt en heb ik gevraagd hoe het college denkt dit te gaan compenseren. Uitgangspunt voor PvdA/GL blijft “stoppen met groeien”. Dit heb ik na een interruptie van HVV ook nogmaals aangegeven.

Het college geeft overigens als onderbouwing voor het verbieden van zomerhuizen de impact op de fysieke en sociale leefomgeving en een scheefgroei tussen verblijfsmogelijkheden van particulier en bedrijven. De impact op de fysieke en sociale leefomgeving is er inderdaad zoals jij ook aangeeft. Ik heb wel aangegeven dat dit argument geldt voor alle groei van verblijfsrecreatie. Dus waarom wel de zomerwoning verbieden, maar andere vormen van verblijfsrecreatie met 15% laten groeien? Het tweede argument is door het college niet onderbouwd. Wat is die scheefgroei dan? Dat de (grote) bedrijven dit argument hanteren vanuit concurrentieoverwegingen kan ik nog begrijpen, maar moet dit dan ook gemeentebeleid worden? Luisteren we alleen naar grote (recreatie) bedrijven? Daarnaar gevraagd gaf het college daar geen antwoord op.

Wat je concrete vraag betreft: de behandeling van het Ontwikkelkader is na de eerste termijn van het debat en de reactie van het college, geschorst tot nader orde. Vooralsnog zijn wij als fractie van mening dat college nog heel veel huiswerk heeft.